Lexicon

HebbenHebben

LEXICON

HebbenHebben

Afschrijvingen : aflossing van een lening totdat deze afloopt.

HebbenHebben

Eigen vermogen: bedrag exclusief rente geleend van een kredietinstelling.

HebbenHebben

Resterend kapitaal : bedrag aan kapitaal dat op een bepaalde datum nog door de kredietnemer moet worden terugbetaald.

HebbenHebben

borgtocht: contractuele verbintenis van een persoon om een lening terug te betalen als de schuldenaar zijn schuld niet betaalt.

HebbenHebben

Krediet, lening, lening: verstrekking van een bedrag door een kredietinstelling die men zich ertoe verbindt terug te betalen volgens contractuele voorwaarden.

HebbenHebben

Consumentenkrediet : lening aan een particulier verstrekt door een bank, een financieringsmaatschappij of een winkel, om consumptiegoederen te verwerven die hij niet contant betaalt (voertuig, huishoudelijke apparatuur, enz.).

HebbenHebben

Afschrijfbaar krediet / afschrijfbare lening: lening waarvan het bedrag, de looptijd en de maandelijkse betalingen worden bepaald bij het opzetten, volgens een schema. De maandelijkse betalingen bestaan uit rente en aflossing van kapitaal, waarvan het aandeel in de tijd wordt teruggedraaid.

HebbenHebben

Bulletkrediet / bulletlening: lening waarvan het bedrag en de looptijd vooraf worden bepaald en waarvan het kapitaal in één keer wordt terugbetaald op de overeengekomen vervaldag. De rente wordt betaald volgens de voorwaarden van het contract: maandelijks, driemaandelijks of op de vervaldag.

HebbenHebben

Overbruggingskrediet / overbruggingskrediet: krediet bedoeld om de aankoop van een onroerend goed te financieren in afwachting van de voltooiing van de verkoop van een eerste onroerend goed, bijvoorbeeld tijdens de verkoop van een onroerend goed.

HebbenHebben

Koopovereenkomst : het is de eerste rechtshandeling die zowel de verkoper als de koper bindt en bindt. Het wordt meestal ondertekend bij de notaris.

HebbenHebben

Respijtperiode: bij aanvang van de lening, een periode waarin de kredietnemer geen kapitaal terugbetaalt, alleen de rente op de lening en de verzekeringspremies. Dit uitstel wordt vaak gebruikt tijdens de bouw van een woning, om de maandelijkse betalingen tijdens deze periode te beperken.

HebbenHebben

Opleveringsdatum : datum waarop de gehele of gedeeltelijke terugbetaling moet plaatsvinden.

HebbenHebben

FICP : Nationaal dossier van incidenten van terugbetaling van leningen aan particulieren, beheerd door de Banque de France. Bij deponering bij de FICP is het onmogelijk om een hypotheek te krijgen.

HebbenHebben

Aanmeldingskosten : kosten die overeenkomen met de werkzaamheden voor het bestuderen van het dossier en het opzetten van de lening.

HebbenHebben

Garantie: in geval van niet-betaling van de maandelijkse termijnen, beschermt het de bank en zorgt het voor de terugbetaling van het resterende kapitaal. De meest gebruikte garanties zijn de hypotheek en de borgstelling.

HebbenHebben

Hypotheek: notariële akte waarbij een kredietnemer zich ertoe verbindt eigendommen terug te geven aan zijn schuldeiser in geval van wanbetaling.

HebbenHebben

Vooruitbetaling (IRA): bedrag dat door de bank wordt ingehouden bij vervroegde aflossing van de hypotheek. Deze praktijk is strikt gereguleerd door de wet.

HebbenHebben

Interesse: bedrag dat aan de kredietgever verschuldigd is, als vergoeding voor het krediet dat hij verleent. De rente wordt berekend op basis van het geleende kapitaal, de duur van de operatie en het gehanteerde tarief.

HebbenHebben

Intermediair in het bankbedrijf (IOB): agent die namens de kredietnemer over leningen onderhandelt met bankinstellingen. Het kan ook tussenkomen in de onderhandelingen over terugkoop of consolidatie van kredieten.

HebbenHebben

Mandaat: handeling waarbij de ene persoon de andere de macht geeft om iets in zijn naam te doen.

Vervroegde aflossing: mogelijkheid voor de lener om een lening terug te betalen voor het geplande einde van het contract. In dat geval kan de bank vragen om vervroegde aflossingsvergoedingen te innen.

HebbenHebben

Opname: periode van 10 dagen na ondertekening van het contract waarin de kredietnemer de mogelijkheid heeft om van het krediet af te zien. De opname moet worden gedaan via een strookje dat bij het contract is gevoegd, dat de lener moet invullen en terugsturen.

HebbenHebben

Solvabiliteit: financiële draagkracht om schulden te betalen.

HebbenHebben

Overmatige schuldenlast: wanneer het inkomen van de kredietnemer hem niet langer in staat stelt de terugbetaling van de maandelijkse betalingen van zijn krediet te verzekeren.

HebbenHebben

Afschrijvingstabel: door de bank verstrekte tabel met vermelding van het door de kredietnemer verschuldigde bedrag op elke vervaldag van de lening.

HebbenHebben

Tarieflimiet / tariefplafond: rentevoet van een lening waarvan de opwaartse trend contractueel wordt belemmerd.

HebbenHebben

Schuldgraad : deel van de leningen die de kredietnemer aangaat in verhouding tot zijn inkomen.

HebbenHebben

Rente : percentage dat wordt gebruikt om de vergoeding van de bank te berekenen voor een aan de kredietnemer verstrekte lening. Het tarief kan variabel of vast zijn.

HebbenHebben

Vaste rente : rentevoet die ongewijzigd blijft gedurende de looptijd van de lening.

Hebben

Variabel of herzienbaar tarief: rente die kan veranderen. De variatie ervan is gekoppeld aan de evolutie van een of meer benchmarkindices. De lening met variabele rente kan een rentevaste periode en variatielimieten bevatten.

HebbenHebben

TEG (Global Effective Rate) / APR (Global Effective Rate op jaarbasis): tarief dat de totale kosten van een lening meet, het omvat dus rente en alle kredietgerelateerde kosten (aanvraagkosten, verzekeringskosten, garantie).Hebben

HebbenHebben

HebbenHebben

Share by: